Fouten en rariteiten in geneeskundige taal


Een deel van de opleiding tot medisch specialist draait om het eigen maken van het vakjargon. Onderdeel van deze taal zijn standaarduitdrukkingen die geen of een onjuiste betekenis hebben: ‘de patiënt oogt suf’ of ‘hij is pijnlijk’. Meestal weet iedereen wel waarop wordt gedoeld, maar soms weerspiegelt onzorgvuldig taalgebruik de inhoud van het gedachteproces. Hieronder volgt een bloemlezing van onzinbegrippen en -uitspraken die men regelmatig tegenkomt in het ziekenhuis. Mét commentaar en verbetertips. Laten we duidelijke taal spreken.

Jargon: ‘Hij is pijnlijk’
Zolang de arts zich niet lelijk heeft bezeerd aan een patiënt, is dit een onzinnige uitspraak. De arts kan uitleggen of hij tekenen heeft waargenomen die wijzen op pijn.

Jargon: ‘Pijn in de rechteronderbuik’
Sinds wanneer hebben we twee buiken?

Jargon: ‘Patiënt komt viraal over’
Wat doet een patiënt die viraal overkomt? Een arts kan beter zeggen dat hij denkt dat de patiënt een virusinfectie heeft opgelopen.

Jargon: ‘Is de patiënt goed aanspreekbaar?’
Het gevleugelde antwoord is: ‘Iedereen is aanspreekbaar, echter niet iedereen antwoordt.’ Flauw, maar nu serieus. Wat bedoelt men eigenlijk? Dat de patiënt verward is? In situaties waarin getwijfeld wordt aan de geestvermogens van de patiënt wordt ook vaak gehoord: de patiënt is ‘niet compos mentis’, ‘wilsonbekwaam’ of ‘niet toerekeningsvatbaar’.

Jargon: ‘Er zijn in het hele ziekenhuis nog maar twee bedden’
We mogen toch hopen van niet.

Jargon: ‘Patiënt is op de antistolling gezet’
Bij voorkeur slingert er geen antistolling in de kamer waar men bovenop kan gaan zitten.

Jargon: ‘Op mijn terrein geen afwijkingen’
Dit is een veelgehoorde kreet om een patiënt te ‘dumpen’ op een afdeling die niet het eigen terrein van de arts is. Niet meer gebruiken: het werkt afschuifpolitiek in de hand.

Jargon: ‘U bent in remissie’
De ziekte wordt hiermee gelijkgesteld aan de gehele patiënt, die niet in zijn geheel aan het verdwijnen is, als het goed is.

Jargon: ‘Patiënt oogt suf’
Als in suf imago? Wat doet een patiënt die suf is? Is het bewustzijn verminderd? Is de patiënt traag in zijn of haar reacties? Kan de patiënt zijn of haar ogen niet open houden?

Jargon: ‘Somatisch vrijgeven’
Is er ook een psychiatrisch vrijgeven?

Jargon: ‘Verdenking C2H5OH’
Hiermee wordt een verdenking op alcoholmisbruik bedekt genoteerd. Net als het alom bekende ‘hij heeft het buskruit niet uitgevonden’ (hij lijkt niet erg intelligent). Het zijn moderne versies van het vroeger gebezigde: ‘Hij heeft K’ (kanker). Verhullend taalgebruik houdt stigma’s in stand.

Jargon: ‘R.I.P.?’ op de aanvraag van beeldvormend onderzoek.
Patiënten krijgen vaak zelf het aanvraagformulier mee. Ook al is de vraag aan de radioloog of er een ruimte-innemend proces te zien is op het MRI-cerebrum, de patiënt leest R.I.P. (rest in peace) en denkt mogelijk dat zijn doodvonnis al geveld is. Het omgekeerde kan overigens ook gebeuren als de patiënt de mededeling krijgt; ‘de foto is goed’. Technisch dan.

Jargon: ‘Patiënt heeft recht op koorts / pijn / et cetera’
Vaak wordt bedoeld dat er een aantoonbaar onderliggend lijden is dat de koorts of een ander symptoom zou kunnen veroorzaken. Patiënten hebben echter geen rechten verkregen om bepaalde symptomen te mogen hebben.

Jargon: ‘Heeft de oncoloog al besloten of deze patiënt in aanmerking komt voor een beleid?’
De oncoloog bepaalt in dit geval of iemand een ‘beleid’ krijgt of niet. Veelal wordt bedoeld een ‘curatief beleid’, soms telt een ‘palliatief beleid’ ook. ‘Heeft deze patiënt al een beleid?’ kan ook gaan over wel of niet reanimeren. Het is onduidelijk of het in dit geval een keuze van de patiënt of van zijn behandelaar moet zijn. Ieder ziekenhuis heeft zo zijn eigen termen: not to be reanimated (NTBR) of code rood, blauw, groen, één, twee of drie. Artsen moeten hier duidelijk over zijn richting de patiënt.

Maartje Katzenbauer, aios psychiatrie NIFP Amsterdam, GGz Centraal, Amersfoort, Lineke Tak, aios psychiatrie, Dimence, Deventer, Joeri Tijdink, psychiater, Tergooi, Blaricum en VUmc, Amsterdam

Bron: Medisch Contact